
Ouderverstoting
Wat er met je kind gebeurt tijdens een vechtscheiding met een narcist heet: ouderverstoting. Jij bent je kind kwijt door toedoen van je narcist en er zal niet tot nauwelijks contact zijn met je kind na de scheiding.
En zo kom jij in een vechtscheiding terecht. Natuurlijk vecht je als een leeuw om je kind uit handen van het monster te redden! Een jaar vechtscheiding, twee jaar vechtscheiding en voor je het weet heb je tien jaar vechtscheiding erop zitten! Allemaal tot groot duivels genoegen van je ex, de narcist die het allemaal doelbewust gepland heeft zodra hij wist dat jij van hem wilde gaan scheiden. Hij zet het je betaalt dat je van hem wilde scheiden! Ook al was hij degene die van je wilde scheiden, het was toch jouw schuld en daar moet je voor boeten.
Deskundigen zijn het allemaal met elkaar eens: een vechtscheiding, of ook complexe scheiding of conflictscheiding, is een vorm van geestelijke kindermishandeling. Ik ben het roerend met ze eens!
Maar als de deskundigen dan aankomen met “mediation” moet ik helaas de conclusie trekken dat deze deskundigen het absoluut niet begrepen hebben.
Er valt niet te praten met een narcist.
Laat staan dat er drie verplichte gesprekken met een mediator gepland staan. Er valt niet te praten met een narcist en een narcist WIL ook helemaal niet praten aangezien de visie van een narcist altijd bestaat uit het volgende: “De narcist heeft altijd gelijk, alle anderen hebben altijd ongelijk.” Mediation? Serieus?
Deskundigen zijn volwassenen en zoals ik al aan het begin van dit hoofdstuk schreef: volwassenen kunnen en willen niet inzien dat er kinderen zijn die een psychisch zieke ouder hebben.
De Kinderombudsman bevestigt dit in zijn adviesrapport over vechtscheidingen van maart 2014, hier de link:
Rechten van het kind tijdens een scheiding en vechtscheiding
Ouders die te maken krijgen met ouderverstoting kunnen advocaten en rechters wijzen op deze internationale rechten van hun kinderen. Alarmbellen zouden moeten afgaan bij hulpverleners, instanties, advocaten en bij kinderrechters als het kind zonder goede reden aangeeft “helemaal uit zichzelf” een ouder niet meer te willen zien. Dat is abnormaal gedrag van een kind: kinderen zijn loyaal naar beide ouders en willen altijd allebei de ouders blijven zien. Dit is onnatuurlijk gedrag van het kind!
Echter, hulpverleners en instanties zien dit gedrag van het kind juist als een bevestiging: “Zie je wel, als het kind de ouder niet meer wil zien, moet die ouder echt verschrikkelijk zijn!” Hulpverleners en instanties zien het onnatuurlijke gedrag aan als een aanname, terwijl het een teken is van ouderverstoting. De andere ouder heeft via chantage en manipulatie het kind met een lastercampagne dusdanig gebrainwashed dat het kind uit pure ellende maar zegt: “helemaal uit mezelf wil ik de andere ouder niet meer zien.”
Hulpverleners en instanties zijn het verplicht aan al die kinderen om een gedegen kennis over ouderverstoting te hebben. Vandaar dat ik deze internationale rechten voor het kind en hun bijbehorende artikelen bijvoeg, zodat je als ouder zelf de advocaten, rechters, kinderrechters, hulpverleners en de instanties kan wijzen op de rechten die je kind heeft!
Internationale juridische context In Nederland en ook wereldwijd is het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) van de Verenigde Naties het belangrijkste instrument dat de rechten van kinderen waarborgt. Dit Kinderrechtenverdrag is in 1989 aangenomen, trad op 2 september 1990 in werking en anno 2014 zijn 193 landen partij.
Nederland heeft het Kinderrechtenverdrag in 1995 geratificeerd en is daarmee de verplichting aangegaan om zich aan de bepalingen uit het verdrag te houden.
Het Kinderrechtenverdrag bevat meerdere bepalingen die relevant zijn voor de positie van kinderen bij scheiding:
Artikel 3: Bij alle maatregelen die kinderen betreffen dient het belang van het kind voorop te staan. Wanneer de ouders van het kind, of anderen die verantwoordelijk zijn, hun verplichtingen niet nakomen, zal de Staat het kind voorzien van de nodige zorg. Instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de bescherming van kinderen moeten voldoen aan door de Staat vastgestelde normen ten aanzien van veiligheid, gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid, alsmede bevoegd toezicht.
Artikel 5: De Staat dient de rechten en verantwoordelijkheden van de ouders en familie te eerbiedigen ten aanzien van de begeleiding van het kind bij de uitoefening door het kind van de rechten uit het Verdrag, op
een wijze die verenigbaar is met de zich ontwikkelende vermogens van het kind.
Artikel 9: Elk kind heeft het recht bij zijn ouders op te groeien en om met beide ouders contact te houden wanneer het van een of van beiden gescheiden leeft, tenzij dit in strijd is met het belang van het kind.
Artikel 12: Ieder kind heeft het recht zijn mening vrijelijk te uiten in aangelegenheden die het kind betreffen, waarbij aan de mening van het kind passend belang wordt gehecht.
Artikel 18: De ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen. Zij zullen hierbij worden bijgestaan door de Staat. De Staat zal de ouders op een passende wijze bijstand verlenen bij het opvoeden van hun kinderen.
Artikel 19: De Staat zal het kind beschermen tegen elke vorm van mishandeling door ouders of door een derde die de zorg over het kind heeft. Ook zal de Staat doelgerichte sociale programma’s opzetten om misbruik te voorkomen en om hulp te bieden aan slachtoffers.
Artikel 27: Elk kind heeft recht op een levensstandaard die toereikend is voor zijn lichamelijke, geestelijke, intellectuele, morele en maatschappelijke ontwikkeling. Ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid voor het bieden van een toereikende levensstandaard aan hun kinderen. De Staat zorgt ervoor dat ouders de verplichtingen voortvloeiend uit deze verantwoordelijkheid kunnen nakomen, en dat ook daadwerkelijk doen. Nederlandse juridische context: Behalve het Kinderrechtenverdrag is voor de Nederlandse situatie een aantal specifieke karakteristieken van belang.
Scheiden met kinderen artikel 247, 251 en artikel 251a uit het burgelijk wetboek
Stel dat je narcist jou stelselmatig lichamelijk en fysiek mishandelt heeft voor de ogen van jullie kinderen. Stel dat je wil scheiden van je narcist en absoluut niet wenst dat de kinderen in handen van je narcist vallen. Vanwege die mishandelingen die voor de ogen van jullie kinderen plaatsvonden, kan je artikel 251 a uit het burgerlijk wetboek aandragen als jij het gezag van de kinderen wil hebben.
Sinds 1998 bepaalt het familierecht dat beide ouders het recht op gezag op hun kinderen behouden na een scheiding. Het Nederlands recht gaat ervan uit dat omgang met beide ouders in het belang is van het kind.
Dit recht uit het familierecht is krom voor die kinderen die uit een situatie komen waar huiselijk geweld en mishandelingen in voorkwamen. Kinderen die hun narcistische ouder hun andere ouder hebben zien aanvallen, wurgen en zien mishandelen worden normaliter gedwongen om met deze narcistische ouder mee te gaan, want deze narcistische ouder heeft de kinderen nog nooit iets aangedaan…
Het kromme aan deze wet van het familierecht is dat de narcistische ouder die de andere ouder mishandelt heeft, rechten heeft.
Het kromme aan deze wet van het familierecht is dat de kinderen geen rechten hebben en dus mee moeten met deze narcistische ouder.
Tot groot verdriet en wanhoop van de andere ouder: wie gaat deze kinderen beschermen als ze onbeschermd aan hun lot zijn overgelaten? Is het echt in het belang van het kind dat er omgang is met beide ouders na een scheiding? Juist ja, vandaar het advies voor dit soort gevallen, gebruik artikel 251 a! Wijs je advocaat op deze artikelen!
Artikel 247
1. Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden.
2. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van het kind en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid.
3. Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.
4. Een kind over wie de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen, behoudt na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed, na het beëindigen van het geregistreerd partnerschap, of na het beëindigen van de samenleving indien een aantekening als bedoeld in artikel 252, eerste lid, is geplaatst, recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders.
5. Ouders kunnen ter uitvoering van het vierde lid in een overeenkomst
of ouderschapsplan rekening houden met praktische belemmeringen die ontstaan in verband met de ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed, het beëindigen van het geregistreerd partnerschap, of het beëindigen van de samenleving indien een aantekening als bedoeld in artikel 252, eerste lid, is geplaatst, echter uitsluitend voor zover en zolang de desbetreffende belemmeringen bestaan.
Artikel 251
1 Gedurende hun huwelijk oefenen ouders gezag gezamenlijk uit.
2 Na ontbinding huwelijk anders dan door dood, na scheiding tafel, bed blijven ouders gezamenlijk gezag hebben, dit gezag gezamenlijk uitoefenen, tenzij rechter op verzoek van de ouders of een van hen in het belang van het kind bepaalt dat het gezag over een kind of de kinderen aan een van hen alleen toekomt.
3 De beslissing op grond van het tweede lid wordt gegeven bij de beschikking houdende scheiding van tafel en bed, echtscheiding dan wel ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of bij latere beschikking. Totdat het gezag van één van beide ouders aanvangt, komt dit toe aan degene die ook tijdens het geding het gezag uitoefende, zulks met dezelfde bevoegdheden en onder dezelfde verplichtingen als deze toen had.
4 Indien een beslissing op grond van het tweede lid niet alle kinderen der echtgenoten betrof, vult de rechtbank haar aan op verzoek van een der ouders, van de raad voor de kinderbescherming of ambtshalve.
Artikel 251a
1. De rechter kan na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed op verzoek van de ouders of van één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind 2. De beslissing op grond van het eerste lid wordt gegeven bij de beschikking
houdende scheiding van tafel en bed, echtscheiding dan wel ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of bij latere beschikking.
3. Indien een beslissing op grond van het eerste lid niet alle kinderen der echtgenoten betrof, vult de rechtbank haar aan op verzoek van een van de ouders, van de raad voor de kinderbescherming of ambtshalve.
4. De rechter kan, indien hem blijkt dat de minderjarige van twaalf jaar of ouder hierop prijs stelt, ambtshalve een beslissing geven op de voet van het eerste lid. Hetzelfde geldt indien de minderjarige de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. ( bron: burgerlijk wetboek.)
Goed, ik denk dat je inmiddels wel begrepen hebt dat als jullie samen kinderen hebben en je loopt met de gedachte rond om te gaan scheiden van je narcist, dat je het zeer grondig moet gaan aanpakken!
Kinderadvocaat
Sinds kort bestaat er een kinderadvocaat: een advocaat speciaal voor kinderen onder de 18 jaar. Zeer nuttig voor ieder kind die niet bij zijn of haar narcistische ouder wil wonen.
Vorig artikel: Kinderen en scheiden met een narcist: vechtscheiding, complexe scheiding of conflictscheiding.
Volgend artikel: Scheiden van een narcist, wat staat je allemaal te wachten?
Copyright © Fleur Irene. Alle rechten voorbehouden. Je mag artikelen of delen hieruit elders publiceren, maar alleen met vermelding van het copyright en de naam van de Exit Narcist website.